De top bar hive (toplattenkast) spreekt mij enorm aan. De bijen bouwen in 1 ruimte zelf hun raat. Zonder de dwang, maar ook zonder de ondersteuning van kunstraat en de bedrading in de raampjes. Het nadeel is het totaal andere formaat van de raat. Dat vind ik op dit moment nog veel te onhandig.
Alleen, dit bedacht ik toen de toplattenkast al hoog en breed klaar was. De toplattenkast is hip, maar niet per se goed te verkopen. Dus stond de kast in de tuin zonder bijen.
Afgelopen winter had een collega-imker het lumineuze idee langwerpige kasten op broedkamerformaat te gaan bouwen. Dit om zijn rug te ontlasten.
De meest gebruikte bijenkast in Nederland zijn de zogenaamde spaarkasten. Deze kasten bestaan in het hoogseizoen vaak uit 2 broedkamers en 2 honingkamers. Dat is een hele stapel kamers die tijdens het werken in de bijen steeds getild en verplaatst worden. Een zware klus voor de rug. Door een lange kast op broedkamerformaat te bouwen is tillen niet meer nodig.
De toplattenkast heb ik gebouwd met schuine wanden in een hoek van 60 graden. De kast krijgt nu rechte wanden op broedkamerraamformaat inclusief bijenruimte. De wanden heb ik dubbelwandig gemaakt en geïsoleerd. Zo ontstaat een langewerpige lage kast met ruimte voor 27 broedramen.
Vandaag heb ik de kast in gebruik genomen op de bijenstand in het Hertenkamp De Borgstee.
Van een goed volk heb ik alle ramen overgezet naar de lange kast. 1 raam met broed heb ik laten zitten. De lege plaatsen zijn opgevuld met lege broedkamerraampjes. Ik laat de bijen zelf de broedkamerraampjes zonder hulp van kunstraat uitbouwen. De vliegbijen van dit volk, vliegen allemaal terug naar de oude plaats. Zo ontstaat een type aflegger die vlieger heet. Het volk in de nieuwe kast die zijn vliegbijen kwijt raakt, heet nu een koninginnenaflegger.
De kas is nu in gebruik en is geschikt gemaakt voor 2 volken.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.